Blikken in de wereld van een fantastisch verteller

De loutering van Midwinter

Midzomer

De afgelopen week werd ons land geteisterd door stormen. Een uiterst milde variant van waar ik aan denk bij de term De loutering van Midwinter. Soms heb je als schrijver van die momenten dat het universum de perfecte context geeft om datgene te doen wat je wilt doen.
Zoals een week met veel onweersstormen, precies wanneer je zoiets beschrijft in een vertelling.

We zijn inmiddels een behoorlijke tijd op weg met De loutering van Midwinter, en ik kan u, de lezer, met trots en vreugde meedelen dat het einde in zicht komt. Niet alleen het einde van de reis van onze held Relnor, maar vooral die van mij – de reis van het ontdekken hoe het verhaal in elkaar zit.

Ik ben het type dat gaandeweg ‘ontdekt’ dat het verhaal niet zomaar het verhaal is. Dat de schurk niet zomaar de schurk is, maar een motief heeft dat meer dan één dimensie heeft. Dat niet iedereen die hooggeplaatst is en aanzienlijk lijkt een schoon geweten heeft. Dat boeken en kaften (inhoud en vorm) niet altijd bij elkaar passen.
Bovendien: dat dingen die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben, nog wel eens akelig veel met elkaar te maken hebben. En omgekeerd.

Nog een paar weken, dan zet ik een punt achter het concept voor het manuscript, en dan is het aan mijn collega Tais Teng om er zijn strenge doch rechtvaardige oordeel over te vellen.

Geef een reactie