Wie is Roger Kilmore?
Officieel heet ik Joshua Matthias van den Hooff, maar dat brengt doorgaans zoveel spelfouten met zich mee dat ik onder een pseudoniem ben gaan werken. Mijn eerdere verhalen schreef ik onder de naam ‘Metonymia Equinox’. Die woorden leveren super veel punten op bij Scrabble, maar helaas bleek ik de enige die het foutloos kon spellen én uitspreken.
Waar kom je vandaan?
Geboren in 1992 in het niet-pittoreske Schoonhoven, de stad van mijn voorouders. Inmiddels heb ik dat stadje verruild voor het meer aantrekkelijke Amersfoort – de stad van mijn eerdere voorouders.
Tijdens mijn studie Muziekwetenschap aan de Universiteit van Utrecht dook ik onder andere in theater(muziek), filmmuziek, boekverfilming, en het begrijpen en analyseren van proza en poëzie. Daarvoor twijfelde ik al nauwelijks, maar vanaf toen wist ik zeker dat ik mijn passie voor vertellen zou volgen.
Wanneer ben je begonnen?
Ik was veertien en zat op de middelbare school. Maandagochtend, blokuur maatschappijleer. Een docent die er niet in slaagde de inhoud van zijn vak aan een stel ongemotiveerde pubers over te brengen.
Ik begon met de hand, in een schrift. Als linkshandige is dat al drama, maar al helemaal als je een verhaal probeert te pennen. Laat staan wanneer je hand je hoofd niet kan bijhouden.
Gelukkig biedt de eenentwintigste eeuw hier technologische oplossingen voor. Ik schreef ooit een verhaal van 50.000 woorden in twee weken. Had ik dat met de hand gedaan, dan had ik nu een cyberkinetische prothese nodig en die bestonden destijds nog niet.
Wat schrijf je?
Korte verhalen en romans. Ik heb gewerkt met een boel verschillende subgenres in de driehoek science fiction – horror – fantasy. Hierbij laat ik me door andere schrijvers inspireren, maar voornamelijk door muziek.
Waarom schrijf je?
Omdat de personages mij er min of meer toe dwingen. Ze dienen zich aan met een verhaal en de enige manier om van ze af te komen is door het op te schrijven en aan anderen te vertellen.
Wat zou je het liefste willen bereiken?
Een animatiefilm van Het Chagrijnige Slagzwaard zou ik niet afslaan, zeker niet als ik één van de stemmen zou mogen inspreken!