Een schurk. Hoe komt een goede schurk tot stand? Wacht, dat moet ik anders formuleren… Een schurk is (meestal althans) per definitie niet goed. Poging twee:
Volgens de schrijvers Pim Wiersinga en (wijlen) Bert Jansen is conflict de motor van een verhaal; emotie is de brandstof. Vraag: hoe krijg je een kwalitatief goed conflict? Antwoord: bijvoorbeeld door de held en de schurk tegenover elkaar te zetten.
Het opmerkelijke is dat ik Relnor en Pascal (één van de tegenstanders, red.) maanden geleden al bedacht, maar nog niet goed wist of de laatstgenoemde wel echt de tegenstander zou worden. Al snel bleek van wel.
Dit zorgt voor enige verwarring, aangezien Pascal de generaal is van het leger van Hallenbreght, de stad waar Relnor woont – en die hij heeft gezworen te beschermen. Relnor kan het dus, populair gezegd, niet zo goed vinden met zijn werkgever. Toch ligt het echte conflict dieper: Relnor en Pascal hebben andere belangen, maar bovenal heel verschillende idealen – voornamelijk wanneer het gaat om leiderschap en machtspositie, maar ze verschillen nog wel het meest als het thema ‘loyaliteit’ in het spel komt.
Een centrale vraag in De Loutering van Midwinter is dan ook: “Wie volg je? Aan wie ben je loyaal?” Ga je hierin voor wat passend is, of moet je soms over je eigen grenzen heen kijken? En wat mag het je kosten?
Verrassend hoe een tegenstander meer diepgang krijgt naarmate ik meer leer over de hoofdfiguur. Deze wisselwerking heeft niet alleen tot intrigerende inzichten geleid, maar ook tot het hoofdmotief van Pascal. Ik wist al wat de Generaal wilde, maar nu heb ik ook weten te ontfutselen waarom. Bovendien weet ik waarom hij Relnor niet al te gunstig gezind is. En nee, het gegeven dat de kapitein de regels meer als richtlijnen interpreteert is niet de reden. Nuance: het is een reden, maar uiteraard niet de reden. Kom op zeg, ik heb iets diepere motieven dan een officier die graag op protocol zit te ziften.
Dat dan weer wel, maar ik weet nog steeds niet hoe het gezicht van die ploert eruit ziet. Ik krijg jou nog wel, Pascal. Je kunt je gezicht niet voor eeuwig verbergen…
Geef een reactie