Blikken in de wereld van een fantastisch verteller

Modus Operandi

Midwinter

De door sommigen meest gehate dag van het jaar. Weinig daglicht, lage temperaturen en een algemene stemming van ‘wachten op wat ineens maar niet naderbij lijkt te komen’. Anderzijds vliegt de laatste maand van het jaar altijd weer voorbij, en komt men in januari vaak pas weer bij zinnen.

Inmiddels heb ik een beeld van wie mijn volgende verhaal vertelt. Ik ken zijn naam, zijn beroep, zijn geboorteplaats, zijn verlangens, en met wie hij bevriend is – en waarom. De tijd is gekomen om u, de lezer, te laten delen in een ontmoeting. Intermezzo: Rho Claymore, als je dit leest, ja, ik heb zojuist één van je kapstokken gejat (het aanspreken van de lezer, specifiek met ‘u’). Ik kon het niet laten.

Een ontmoeting dus. Maak kennis met een ietwat mysterieuze Kapitein van de Citadelwacht van Hallenbreght, een grootste stad in het oosten van Gaulirië. Een land uit dezelfde wereld als Regnesca (uit Renascarrh, red.), zij het op een ander continent – en in een heel andere tijd.

Veertien eeuwen voor de geboorte van onze held Ezrathan hadden de hogere machten ook al plannen met stervelingen. Plannen zijn er altijd geweest, hoewel de inhoud soms aan verandering onderhevig is, bijvoorbeeld door een gebeurtenis zo ingrijpend dat elk mens de consequenties ervan ervaart.
In Renascarrh komt een dergelijke gebeurtenis voor, hoewel er niet met zoveel woorden wordt gezegd dat dit zo levensveranderend is. Het verhaal van Ezrathan gaat immers over andere zaken. Maar nu, in De Loutering van Midwinter, zal een geheim worden onthuld wat men eeuwen later nog zal weigeren te geloven. In deze vertelling wordt uit de doeken gedaan wat er vóór de gebeurtenis werd gevierd met Midwinter, en wat er nadien wordt herdacht.

Hieronder volgt (de voorlopige versie van) het eerste hoofdstuk van De Loutering van Midwinter. Het verhaal speelt zich af in een tijd vergelijkbaar met de vroege Middeleeuwen in onze werkelijkheid.

Klik hier om de opening te lezen…

Geef een reactie